Verborgen en onnoembaar aanwezig
Inleidend gebed: “Mijn God, wie bent U voor mij?”
1:3
“U krijgt uw vorm niet van een schaal die vol is van u. Als die breekt, stroomt u niet weg.
En als u over ons wordt uitgegoten valt u niet neer, nee, dan richt u ons op. Dan stroomt u niet weg, nee, dan brengt u ons samen.”
Augustinus, A. (2009), Belijdenissen, Budel: DAMON, boek 1: 3, p.40
Heeft God een vorm? We spreken over God in termen die passen bij een mensenlichaam. God heeft handen en voeten. God heeft een hart en ogen waarmee hij de aarde bekijkt. Zo geven we God een ‘vorm’, om het tastbaar en begrijpelijk te maken. Maar God is in werkelijkheid onbegrijpelijk, ongrijpbaar en vormloos.
God is geest. En dus krijgt hij niet zijn vorm door de schaal die vol is van Gods geest. En als die schaal breekt stroomt God niet weg, omdat hij geest is.
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.
‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.
Tekst: Hans Maat, Muziek: Kinga Ban & Adrian Roest
‘Verborgen aanwezig’ is God en zo deelt Hij ons bestaan. Ik vond dit een heel treffend stukje tekst. God deelt ons bestaan. En hij is verborgen aanwezig, want we zien Hem niet, maar kunnen Hem wel voelen. En Hij is ‘onnoembaar aanwezig’. Het is niet te benoemen hoe hij er is. We zeggen dat Hij als geest aanwezig is, we zien de gevolgen van Zijn aanwezigheid, maar de werkelijkheid is dat zelfs dit niet écht aangeeft hoe Hij aanwezig is. Het is ‘onnoembaar’.
Samen met de tekst uit de Bijbel waarin staat dat God boven ons is, onder ons, achter ons, voor ons, in ons en om ons heen is en tegelijk dus verborgen en onnoembaar aanwezig is, krijg ik persoonlijk steeds meer ontzag voor God.
Hoe bijzonder aanwezig is hij dus.
Ik moet denken aan een uitspraak van mijn kleine nichtje: “Als God overal is, dan is hij ook in deze pizza en eet ik God dus ook op”.
En mooi aan de tekst van Augustinus vind ik het vervolg: Als u over ons wordt uitgegoten valt u niet neer, nee, u richt ons op. God richt ons op in plaats van ons te laten vallen. God stroomt ook niet weg, maar brengt ons samen. Prachtige beeldspraak van Augustinus.
Augustinus schrijft in hetzelfde stukje ook:
U maakt Hemel en aarde vol van u.
Wil dat zeggen dat zij u omvatten?
Of vult u ze en blijft er dan nog van u over, omdat zij u niet kunnen omvatten?
Wat doet u met wat er over is?
Of hoeft u nergens bewaard te worden?
Maar als u alles vervult, vervult u het dan met heel uw wezen?
De dingen kunnen u niet volledig omvatten, bevatten ze dan maar een deel van u, en allemaal hetzelfde deel?
Of is er verschil, en bevatten de grote meer en de kleine minder?
Is er bij u wel sprake van een groter of kleiner deel?
Augustinus, A. (2009), Belijdenissen, Budel: DAMON, boek 1: 3, p.40, 41
Hij vraagt zich af hoe God zich verdeelt over de mensen. En hoe dat werkt.
Hebben we allemaal een verschillend stukje van God of hebben we allemaal hetzelfde stukje? Of is God toch volledig in ieder van ons, ondanks dat we Hem niet kunnen omvatten als mens? Krijgt de één meer of minder, omdat hij groter of kleiner is? Er past minder in een kind dan in een volwassene, zou een kind dan ook minder van God hebben?
In het leven heb ik vaak het idee dat het andersom is, dat een kind meer van God heeft dan een volwassene. Misschien is uiteindelijk niet belangrijk hoeveel we van God in ons hebben, maar of we er verbinding mee kunnen maken. Hebben we nog contact met onze ziel en met onze intuïtie (Gods fluisterstem in onze ziel – zie artikel: Roeping vinden). Kinderen hebben dat vaak meer dan volwassenen. Hoe ouder een kind wordt, hoe rationeler en minder verbonden met de ziel het raakt.
Wat zouden jouw antwoorden zijn op de vragen van Augustinus?
Of… moeten we hier eigenlijk geen antwoord op willen geven? Is het ook mooi om de mystiek van Gods aanwezigheid te laten bestaan? In hoeverre is het hebben van liefde voor het verkrijgen van wijsheid (filosofie) een sleutel naar geluk als het om deze vragen gaat? Mogen de vragen ook in de lucht blijven hangen?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!